Vragen en Antwoorden

Wat is een trofoblastziekte ?

Trofoblastziekten (waaronder molaire zwangerschappen) worden veroorzaakt door een abnormale ontwikkeling van de placenta (moederkoek). Het is een zeldzame ziekte, die naar schatting bij 1 op de 1000 zwangerschappen voorkomt. Men onderscheidt 2 types van mola’s : Complete mola’s : Zijn zwangerschappen waarbij er geen embryo of fœtus wordt gevormd. Het weefsel van de abnormale placenta heeft het aspect van ‘een druiventros’. Partiële mola’s : zijn zwangerschappen waarbij een embryo met ernstige misvormingen gevormd wordt, waardoor deze niet levensvatbaar is. De placenta is eveneens abnormaal. De behandeling is meestal een curettage; dit is een kleine ingreep waarbij het miskraamweefsel wordt verwijderd uit de baarmoeder. Soms wordt de diagnose pas na de ingreep vastgesteld, als de patholoog het weefsel onder de microscoop heeft bekeken.

Waarom registreren bij het Belgische Register voor mola hydatidosa en andere Trofoblastziekten?

Door de zeldzaamheid van de ziekte is de diagnose, de behandeling en het opvolgingsbeleid niet altijd optimaal. Het doel van het Register voor mola hydatidosa en andere Trofoblastziekten is uw behandeling te optimaliseren en meer informatie te verkrijgen over het voorkomen van de ziekte in België. Na uw toestemming en in samenwerking met uw behandelende arts, laat de registratie bij het Centrum ons toe uw dossier te raadplegen en u een behandelingsplan voor te stellen.

Waarom is de opvolging van HCG (humaan choriongonadotrofine) noodzakelijk ?

Na een molaire zwangerschap bestaat het risico dat placentair weefsel achterblijft in de wand van de baarmoeder en dat het weefsel elders in het lichaam uitzaait. Dit risico rechtvaardigt een nauwgezette opvolging. Dit gebeurt door een regelmatige bloedafname met een controle van hCG (humaan choriongonadotrofine) waarden. Bij ongeveer 80-90% van de vrouwen met een mola zwangerschap zal de waarde normaliseren, wat overeenkomt met een volledige verdwijning van het abnormaal weefsel. Echter, sommige trofoblastziekten kunnen zich uiteindelijk omvormen tot een kwaadaardige trofoblasttumor, die een bijzondere zorg nodig hebben, meestal een behandeling met chemotherapie.

Aan welk tempo moet de bepaling van hCG gebeuren?

U zal iedere week een bloedname moeten laten uitvoeren in uw gebruikelijk labo en dit totdat de de hCG bepaling twee opeenvolgende weken normaal is, wat betekent dat het abnormale placentaire weefsel volledig verdwenen is. Vervolgens moet de bloedname 1 maal per maand uitgevoerd worden gedurende een periode van 4 à 6 maanden.

Wat indien de hCG waarden blijven of toenemen ?

Indien de hCG waarden niet meer dalen gedurende 4 opeenvolgende wekelijkse bepalingen, of stijgen gedurende 3 opeenvolgende wekelijkse bepalingen, is er sprake van een kwaadaardige ziekte (=kanker). De kans om kwaadaardig te worden is 15% na een complete mola, en 0.5-1% na een partiele mola. Er zal een gespecialiseerde zorg uitgevoerd moeten worden. In dat geval zullen wij contact opnemen met uw gynaecoloog of behandeld arts, en met hem de nodige onderzoeken (bv. radiografie van de longen, echografie van het bekken, scans, …) en de uit te voeren behandeling bespreken. In dergelijke situatie kan een aangepaste chemotherapie noodzakelijk zijn, doch deze leidt normaal gezien tot volledige genezing zonder verandering van de fertiliteit.

Welke anticonceptie nemen tijdens de opvolging ?

Tijdens de opvolgingsperiode is het gebruik van anticonceptie aanbevolen. Indien er bij U geen contra-indicatie is om orale contraceptie (“de pil”) te nemen wordt deze aanbevolen onmiddellijk na de evacuatie (curettage) van de mola zwangerschap en gedurende de hele periode dat uw HCG waarde moeten gevolgd worden. Een “spiraaltje” (IUCD: intrauterine contraceptive device) mag geplaatst worden 6 maanden na de evacuatie van de mola zwangerschap of op het einde van de eventuele chemotherapie.