Professionelen

Missie van het Belgisch Register voor mola hydatidosa en andere Trofoblastziekten

Doel

Patiënten met de ziekte beter informeren over deze zeldzame ziekte en artsen helpen de diagnose, de behandeling en de opvolging te optimaliseren.

Waarom het Belgisch Register contacteren ?

Voor een mening, informatie of om een patiënte te registreren.

Hoe een geval registreren ?
  1. De patiënte aanmelden met behulp van het «registratieformulier» en het «toestemmingsformulier».
  2. Wij vragen vervolgens de pathologie coupes op ter evalutie door Prof. Moerman en nemen contact op met het labo van de patiënte om de hCG waarden te bekomen.
  3. Wij sturen u de hCG regressiecurve en stellen een diagnostisch en therapeutisch schema voor aan u.
  4. In geval van een abnormale evolutie van de hCG waarden, zullen wij contact met u opnemen om te overleggen over de verdere behandeling.
Principe

De patiënte moet ons niet consulteren. De informatie wordt via post / internet doorgegeven.

Aanbevelingen

Een molaire zwangerschap vereist een curettage onder echografische controle. Een controle-echografie dient binnen de 8 à 10 dagen na de curettage uitgevoerd te worden. In geval van intra-uteriene retentie >17 mm, adviseren wij om een tweede curettage uit te voeren, tenzij het HCG > 5000 IU/L. Een derde of vierde curettage moet vermeden worden. Een opvolging van ßhCG moet verzekerd worden.

Veel voorkomende vragen

Aan welk ritme moeten de hCG doseringen gebeuren ?

In geval van complete of partiële molaire zwangerschap : Wekelijks tot men 2 normale waardes heeft. Na normalisatie: Bij patienten met een normaal hCG 8 weken na de zuigcurettage → maandelijkse controle gedurende een periode van 6 maanden na curettage Bij patienten die een normaal hCG bereiken > 8 weken na de zuigcurettage → maandelijkse controle tot 6 maanden na normalisatie van de hCG titer. Tijdens deze periode is adequate contraceptie belangrijk!

Hoe de diagnose stellen van een persisterende trofoblastziekte?
  • Het opnieuw stijgen met 10% of meer op 3 opeenvolgende wekelijkse waarden (dag 1, 8 en 15)
  • Stagnatie op minstens 4 opeenvolgende wekelijkse waarden (dagen 1, 8, 15 en 22), vermits de afname zelden gelijkmatig verloopt (de patiënte loopt geen gevaar door drie weken te wachten en het vermijdt onnodige chemotherapie).
  • Gestegen hCG 24 weken na het verwijderen van de mola.
  • Een histologische diagnose van choriocarcinoma.
  • Hevige vaginale of gastrointestinale of intraperitoneale bloedingen.
  • Evidentie van metastasen in hersenen, lever, gastro-intestinaal of metastasen > 2 cm in de longen.
Welke contraceptie gedurende de opvolging ?

In afwezigheid van contra-indicaties is het nemen van een contraceptie op basis van oestrogeen-progesteron of enkel progesteron aangeraden onmiddellijk na de evacuatie en gedurende de periode van hCG opvolging. Een spiraaltje mag geplaatst worden, maar minstens 6 weken na de evacuatie van de mola.

Kinderwens na complete of partiële mola

Patienten met een normaal hCG 8 weken na de zuigcurettage mogen zwanger worden 6 maanden na evacuatie. Patienten die pas een normaal hCG bereiken > 8 weken na de zuigcurettage, mogen zwanger worden 6 maanden na normalisatie van hCG titer. Nadat de patiente één (complete, partiele of persisterende) mola heeft meegemaakt, is het risico op een nieuwe molaire zwangerschap ongeveer 1% (in algemene Belgische populatie 0.1% kans op mola). 6-10 weken na iedere toekomstige zwangerschap dient steeds het hCG gecontroleerd te worden (bevalling,  abortus, miskraam en extrauteriene zwangerschap).